MENU

Appeltaart met blauwe bessen

E

Eén van de eerste dingen die leerde bakken zonder pakje was een appeltaart. Deze klassieker had ik al honderden keren gebakken mét een pakje, zonder is natuurlijk duizendmaal lekkerder. Daarom presenteer ik  jullie bij deze mijn recept voor een klassieke appeltaart, met een kleine twist.

Dit heb je nodig

Een taartvorm van circa 24cm
Bakpapier
Boter, om in te vetten
Een deegroller

Mixer met deeghaken, keukenmachine (optioneel)

Ingrediënten voor het deeg

  • 400 gram zelfrijzend bakmeel
  • 200 gram witte basterdsuiker
  • 250 gram koude boter, in blokjes
  • 1 ei (+ eentje extra om de taart te bestrijken)
  • Snufje zout

Ingrediënten appeltaart vulling

  • 4 grote appels
  • Flinke hand blauwe bessen
  • 1 el citroensap
  • ½ tl kaneel
  • 5 el kristalsuiker
  • 1 beschuitje of paneermeel

Zo ga je te werk

  1. Begin met het maken van het deeg. Doe alle ingredienten bij elkaar in de keukenmachine en zet ‘m aan tot een kruimelig deeg ontstaat. Als je een mixer met deeghaken gebruikt doe je alle ingrediënten in een beslagkom en mix je tot een kruimelig deeg ontstaat. Je kunt het deeg ook met de hand kneden, ga ook dan door tot je een kruimelig deeg hebt. Kneed het deeg tot slot met de hand tot een bal en verpak deze in plastic folie. Leg het deeg minimaal een uur in de koelkast om te rusten, zo wordt het deeg weer stevig. Je kunt het deeg ook makkelijk een dag van te voren maken en in de koelkast bewaren.
  2. Schil de appels en snijd deze in kleine stukjes. Meng de stukjes appel met de blauwe bessen, citroensap, kaneel en kristalsuiker. Als je een klassieke appeltaart maakt zonder de blauwe bessen is het lekker om een handje gewelde* rozijnen toe te voegen aan de vulling.

*gewelde rozijnen; doe de rozijnen in een schaaltje en vul deze met lauwwarm water, laat de rozijnen hier een minuut of 10 in wellen. Droog de rozijnen en ze zijn klaar om in de vulling te worden verwerkt.

  1. Zet een ingevette bakvorm klaar en leg een velletje bakpapier op de bodem. Verwarm de oven voor op 180 graden.
  2. Haal het deeg uit de koelkast. Bestuif een oppervlak met bloem en rol hier driekwart van het deeg op uit tot een dikte van een halve centimeter. Als het deeg erg hard is kun je het eerst even met de hand kneden zodat de boter in het deeg weer zacht wordt. De plak deeg rol je nu om de deegroller om vervolgens netjes in de bakvorm te leggen. Druk het deeg aan de vorm. Van de rest van het uitgerolde deeg snijd je stroken om hiermee de rand van de vorm te bedekken. Lukt het niet om in één keer de bodem te bedekken met een lap deeg kun je ook gewoon stukjes van het deeg in de vorm drukken.
  3. Verkruimel een beschuitje of verdeel een beetje paneermeel over de bodem van het deeg. Het beschuitje zorgt ervoor dat het vocht van de appels wordt opgenomen en de bodem lekker knapperig wordt. Verdeel de vulling die je eerder hebt gemaakt over de vorm.
  4. Rol de rest van het deeg uit en snijd hier stroken van circa 1,5 centimeter breed van. Maak op de bovenkant van de taart een vlechtpatroon van de stroken deeg. Druk het deeg goed vast aan de randjes met je vingers. Klop een eitje los en besmeer hiermee de bovenkant van het deeg. Strooi nog een beetje suiker over de taart voor een lekkere bite.
  5. Bak de taart in circa 50/60 minuten goudbruin in het midden van de oven op 180 graden. Laat de taart nog een half uurtje afkoelen en haal ‘m dan uit de vorm.

Heerlijk met een bolletje vanille-ijs of slagroom als toetje. Of gewoon zo, voor bij de koffie of thee 😉

Liefs Iris

SLUIT MENU