MENU
V

Veronica wordt direct uitgenodigd voor het avond eten maar ze moet ook nog helemaal terug rijden dus vertrekt op tijd. Ik breng mijn bagage naar mijn onderkomen voor de komende weken; een kleine caravan met uitklaptafeltje, 2 bedden en meisje van 27 uit Brazilië als roommate, gezellig! Verder bestaat het andere bezoek uit een meisje uit Duitsland en een stel uit Parijs.

We schuiven om 7 uur allemaal aan tafel in de woonkamer slash keuken slash zithoek slash eethoek. Het is een gezellige ruimte met een groot, gietijzeren fornuis (gietijzer zo heet dat toch ja?)….. gietijzer volgens mij ja, in ieder geval heel groot en zwaar en met ruimte om een houtvuurtje te stoken onderin zodat je er boven op kunt koken), een enorme, houten eettafel, een zithoek bestaande uit twee gigantische leren banken met in-wegzak-kan-niet-meer-met-mijn-voeten-bij-de-vloer-kussens, een epische-niet-te-ontbreken-bij-het-vuur-staande schommelstoel en twee ruige haardkleedjes die, zo lijkt het, vooral hun best doen om overal te gaan liggen waar jij op dat moment wilt lopen genaamd Eddy en Ernie.

De sfeer is gemoedelijk en Tyler en Diane willen honderd uit weten over wie ik ben, waar ik vandaan kom en wat mijn plannen zijn. Een soort ‘wie is je vader wie is je moeder?’-verhoor maar dan aan tafel bij twee alternatieve types die een teruggetrokken bestaan in de bossen van Canada leiden en dagelijks wildvreemden in hun huis verwelkomen alsof het familie is in plaats van aan tafel bij Tante Es.

Iedereen waar ik hier mee zit te eten heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen reden dat ze de wereld in zijn getrokken om nieuwe landen en gebieden te verkennen, nieuwe mensen te ontmoeten en dingen te zien, horen, proeven en ruiken die ze nog nooit hebben ervaren. Allemaal mensen die een gokje durven te wagen, die vertrouwen op hun eigen kunnen en mensen die met oprechte interesse openstaan voor de verhalen van anderen.

Eenmaal in de caravan klets ik honderduit met Mayara (het Meisje uit Brazilië) over het leven, de boerderij, Tyler en Diane, reizen en wat er de volgende ochtend op het ontbijt menu zal staan. Ik slaap heerlijk die nacht.

De volgende dag, na een heerlijk kopje zelfgemaakte tomatensoep, geroosterd brood met kruidenboter en een kopje thee, neemt Tyler mij mee op de quad om het hele terrein te laten zien. We rijden direct achter het huis een prachtig, met mos begroeid bospad af waar de bomen als een haag boven onze hoofden sluiten. We maken een scherpe bocht naar links en komen bij een open vlakte, daar volgen we de boomrand net zolang tot we bij een enorm meer komen. De oppervlakte van het meer is glad als een spiegel en de bomen langs de rand worden weerspiegeld in het donkere water.

Aan de andere kant van het meer staat een hek wat toegang geeft tot een grote wei. En blijkbaar heeft iets in die wei het geluid van de motor gehoord want er word luidkeels naar ons geroepen vanachter een paar bosjes. Voor dat ik het weet komen er ineens een ezel en een lama om de bocht gescheurd. Even serieus, heb je wel eens een lama zien rennen? Ronduit hilarisch kan ik je vertellen, ze houden hun kop een soort van stil op dezelfde plek terwijl hun nek dus wild beweegt om de beweging tussen lijf en kop op te vangen. Ik denk dat als lama’s wisten hoe ze er uit zagen als ze rennen dat ze het spontaan niet meer zouden doen. Maar goed, deze rent naar ons toe en heeft blijkbaar behoefte aan een aaitje want hij knuffelt me bijna dood op het moment dat ik de wei inloop.
“Dat is Ike”, zegt Tyler, Ike was van vrienden in de stad die een lama fokkerij hebben. Maar Ike wilde niet gefokt worden dus hij sprong iedere keer over het hek en rende dan (op die hele gekke manier die ik net uitlegde) de snelweg op. Wat naast een ronduit hilarisch tafereel voor de automobilisten ook veel gevaarlijke situaties op leverde. En nu is Ike bewaker van de schaapskudde van Tyler en Diane en springt hij nooit meer over hekken. Lama’s schijnen een soort ingebouwd beschermingsinstinct te hebben waardoor ze een kudde schapen zullen bewaken, klinkt interessant.

Dan lopen we verder de wei in om de IJslandse schapen te zoeken en te tellen. “Te tellen?”, vraag ik verbaasd. “Ja, we tellen ze iedere dag”, antwoordt Tyler. “Hoezo dat dan?”. Ik bedoel, je weet toch wel hoeveel schapen je hebt denk ik nog. “Om te kijken of er geen zijn opgegeten” zegt Tyler. Ow ja, denk ik, beren en bergleeuwen…. Die hebben natuurlijk ook honger. En dan is een schaap met als enige bewaking een ezel die heel hard balkt en een lama die Ike heet en heel raar op je af kan rennen natuurlijk een makkelijk hapje.

Wordt vervolgd…

SLUIT MENU