MENU
D

De paarden waren werkelijk fantastisch, ze leefde in vrije kuddes in het bos. Het drinkwater bevond zich op een houten plateau naast mijn caravan, dus vroeger of later moesten ze wel op komen dagen om te drinken. Meestal deden ze dit in de ochtend. Dan lag ik nog in bed en werd ik gewekt door hoeven die op het hout bonkten. ‘klik klak klik’…..Ah! Snel de gordijntjes open en kijken welke knol het was. Als het er eentje was die training nodig had, of überhaupt rijbaar was ging ik snel naar buiten om het slim geplaatste hekketje om het drinkwater plateau heen dicht te doen. Gevangen! Het ros in kwestie besefte al gauw genoeg dat hij nu de Sjaak was en lijdzaam toe moest zien hoe ik eerst rustig ging ontbijten en daarna kwam opzadelen. “Bootcamp begins!”, werken met je donder.

De kudde bevatte een grote variatie aan rassen en karakters. Er was een kleine fjord, enkele grote trekpaarden, een Quarter horse, Morgan, Tenessee walking horse, twee ezeltjes, een hoop mixjes en een fantastische witte Spanjaard. Tenminste dat denk ik, te oordelen naar zijn indrukwekkende knieactie, ramsneus, dikke nek en trotse gangen. Apollo, hij was meteen mijn favoriet.

Samen waren we een fantastisch team, hij was altijd klaar om te gaan en aansporing was nooit nodig. Wat hem betreft ging het liever van stap naar galop, skip die draf! Lets go! Met mijn zit hield ik hem in totdat we door het bos heen waren en de open vlakte bereikte, daar gooide ik de gashendel open en vlogen we! We ontdekten samen nieuwe routes, afgelegen velden aan de rand van het bos en sluip paden door het dichte riet wat groeide op de rivierbanken. Uren reden we door de wildernis gewapend met een flesje wijn, broodjes en een zak wortelen. Het was op zijn rug dat ik op een keer een wolf trof. We kwamen omhoog uit de rivierbedding en reden een veld in wat tussen twee bossen lag. Er schoot iets uit de bosjes en rende door de open vlakte. Het was zich duidelijk kapot geschrokken van ons en ik ook van hem. Het dier bleef staan en draaide om om ons aan te staren. Ik zag meteen dat het een stuk groter was dan een normale coyote, bredere snuit en ronde oren in plaats van puntige. Dit moest wel een wolf zijn! Meteen toen ik dat dacht zette de wolf het weer op een drafje en verdween de bossen in.

Zoveel uren achter mekaar rijden was ik vanuit Nederland niet gewend, dus als ik een zere kont kreeg streek ik neer op een rots bij één van de vele meertjes of langs de rivier. Apollo kon dan grazen en ik vergreep met gretig aan de broodjes en de wijn. Zo moet het dus ongeveer gevoeld hebben om cowboy te zijn, wekenlang alleen op pad met je trouwe ros en een stel koeien.

De koeien van de ranch eigenaren leefde gelukkig in een groot bosgebied vlakbij het huis. Het enige wat ik hoefde te doen was er af en toe te paard heen rijden en kijken of ze nog leefde. Dit ging allemaal prima, totdat ik op een dag zo’n 3 uur rijden verwijderd was van de ranch. En ik ineens tientallen hoefafdrukjes in de modder vond. Toen ik de bocht om kwam stonden al onze koeien me verschrikt en heel schuldbewust aan te gapen. Wat doet zij nou hier? Zonder dat ik iets hoefde te doen zetten ze het al op een drafje terug richting huis. Kapot hek, kan gebeuren.

In de lente was ik veel alleen, ik trainde vier á vijf paarden per dag en ging daarnaast veel met Apollo op pad. Net toen ik zo ver was dat ik daadwerkelijk tegen de paarden begon te praten alsof het waardige en zeer interessante gesprekspartners met een sterk gevoel voor humor waren, arriveerde Hudon, Raphael Hudon. Een jongen uit Quebec met veelal dezelfde interesses en drive als mij, we hadden meteen een klik! Hij kreeg ook een caravan in de wolven-en-coyotes-huilen-s’nachts-ijswekkend-om-ons-heen-wildernis en samen temde we menig wild paard. Het bleek één van de meest fantastische zomers van onze levens te worden.

De zomer bracht ook meer leven naar de ranch. We maakte de tientallen hutjes van de kampeerplek schoon en klaar voor een element wat ik nooit meer zal vergeten; kids camp! Wat in principe inhoud dat er weken achtereen een groep hyperactieve apen rondrent in je directe omgeving, je non-stop vragen stelt, bij alles, werkelijk alles hulp nodig heeft en wat ook nog iedere ochtend om 6.00 klaarwakker is en om ontbijt vraagt.
Het is me tot op de dag van vandaag nog steeds een raadsel hoe ze het klaarspeelden iedere avond tot diep in de nacht te liggen keten in hun hutjes (zelfs de beren ervaarden geluidsoverlast ‘mag het wat zachter??’) en dan nog wel zo extreem veel energie te hebben. Het leek wel alsof ze een soort kindercocaïne door hun drankjes mengde want ze werden werkelijk nooit moe.
Maar hun aanwezigheid liet de ranch in ieder geval bruisen en iedere dag deden we spelletjes, trektochten, modeshows, verstoppertje, karrentochten en reden we paard.  En de wilde pony’s waar Raphael en ik zoveel tijd aan hadden gespendeerd om ze te trainen werden nu in ieder geval dankbaar gebruikt.
Daarnaast gingen we naar rodeo’s, reden we zelf in gymkana’s (een soort rodeo wedstrijd) en vierden we de jaarlijkse ‘Canada dag’ met een bezoek aan een historisch dorp aan de andere kant van de rivier.

Wordt vervolgd
SLUIT MENU