MENU

Wilde paarden temmen

N

Naast de kudde IJslandse schapen, ongeveer honderd varkens, een hoop los-scharrelend-pluimvee, tien meesterlijke ontsnapgeiten (je vindt keutels op de gekste plekken) en acht koeien, heb ik op de boerderij inmiddels ook kennisgemaakt met een kudde jaks.

De Mongoolse jak is een soort extreem harige, kleine koe met crazy eyes en puntige hoorns. Tyler en Diane hebben een kudde van tweeëntwintig van deze psychotische prachtexemplaren lopen waarvan er een, Hellen genaamd (ja, met twee l-en), vorig jaar het favoriete paard van Tyler op de hoorns heeft genomen en met fatale afloop heeft gespiesd. Even serieus: ik schijt in m’n broek voor die beesten. Mij niet gezien, die ga ik echt niet voeren, dat mag de Braziliaanse doen. Die begrijpt toch zo slecht Engels dat het brute afslachtingsverhaal haar een beetje is ontgaan, wat mij dan weer goed uitkomt.

Oh ja, dan zijn er ook nog de Noorse fjorden, de initiële aanleiding waarvoor ik hier ben gekomen! Het werken met paarden was het voornemen toen ik nog niet wist dat het hier het paardensoort ‘verwilderde mustang’ betrof. Want, zoals mijn recentelijk verworven ervaring mij leert; zelfs de gewone ‘makke’ huis-tuin-en-keuken-fjord kan veranderen in een wild paard à la black stallion als je hem jarenlang in een bos tien kilometer bij je huis vandaan laat rondlopen zonder enige vorm van menselijke aandacht whatsoever. Dat was precies wat hier gebeurd was. Maar goed, ik ben natuurlijk niet voor één gat te vangen en waarom heb ik anders die 6420 kilometer gereisd? Iedere dag die koe melken, dat heb ik nou wel gezien. Nu wil ik avontuur ook! Dat het avontuur zich in dit geval aandient in lichtelijk suïcidale vorm neem ik dan maar op de koop toe.

Na twee dagen in het bos te hebben verbleven, kon ik bij drie van de tien paarden een halster omdoen. Toen ik ze eindelijk had weten te vangen, nam ik ze één voor één achter de quad aan mee naar huis en begon daar rustig met de dagelijkse trainingen in de round pen. De eerste keer dat ik het waagde om één van de paarden – genaamd Penny – te bestijgen, was ik best zenuwachtig. Ik zat er misschien wel vijf hele minuten op: thank heavens dat ze vandaag met het juiste been uit de wei was gestapt, mij besloot te tolereren en ik dus niet tegen het hek gekatapulteerd werd, wat hoe dan ook had geleid tot het uiteenspatten van mijn hersenen over een reikwijdte van anderhalve meter. We reden vrolijk rond in de round pen toen ik me begon af te vragen wanneer precies het moment des onheils dan wél zou plaatsvinden, toen Tyler vrolijk kwam verkondigen dat de buurvrouw met haar paard op pad ging en dit een mooie kans voor mij was om Penny beter te leren kennen.. Great!

Voordat ik tijd had om na te denken of we al wel toe waren aan een buitenrit, kwam de buurvrouw me al tegemoet op haar trouwe ros. Een ruin van vijftien jaar, super relaxed en met een veerkrachtige tred. De aanwezigheid van buurpaard Harry had onverwachts een zeer wenselijk effect, want Penny kalmeerde zichtbaar. Daarop vertrokken we: de paden op en de lanen in! Een prachtig groen bospad strekte zich voor ons uit, met aan beide zijden overhangende loofbomen die als een soort haag wuifden in de wind. De vrijheid lonkte! Ik spoorde de merrie nog wat aan en samen galoppeerden we – Harry, de buurvrouw en ik – door de velden en over de heuvels, door dichtbegroeide dennenbossen en dravend door een vallei waar de grond was bezaaid met hertenhoefafdrukjes. De zon straalde, de wind voelde warm aan, wat aangenaam was. Mijn paard was fel in haar drang om voorwaarts te blijven gaan, maar bovenal was ze braaf.

Net toen ik me helemaal op mijn gemak begon te voelen, vertelde de buurvrouw dat we het ‘first nation reserve’ naderden, het indianenreservaat. We moesten toestemming vragen aan het opperhoofd om over hun land te mogen passeren. “Aha, oké, nou.. dan uhh moeten we dat maar doen” zeg ik terwijl ik me afvraag hoe je toestemming vraagt aan een opperhoofd. De oorspronkelijke bewoners van dit land zijn immers, net zoals de indianen in de Verenigde Staten, verjaagd, uitgemoord, vernederd, verwaarloosd en misbruikt door de blanke kolonist en de daaropvolgende blanke overheid. Vandaag de dag leven ze veelal afgezonderd in reservaten, waarvan de regering op een bepaald punt heeft besloten; dat stukje land daar, dat mogen jullie hebben. Het is dus nogal een gevoelig punt, weet ik. Ze trekt haar telefoon uit haar jaszak, kiest een nummer en houdt hem aan haar oor. Ik wacht heel nieuwsgierig af wat er nu komen gaat..

“Hey Brian, hoe gaat het? Michelle hier. Zeg, we willen graag met twee paarden door de vallei rijden.. Ja, een meisje uit Nederland! Haha.. Ja, top, is goed, dankjewel. Zeg hoi tegen je vrouw voor me!”. Ik staar haar met een open mond van verbazing aan; was dat het? Ze knikt en glimlacht; nu kunnen we onze weg vervolgen. We rijden nog zo’n tweeëneenhalf uur door voordat we weer thuis zijn. De zon schijnt, het landschap is adembenemend prachtig en we praten nog honderduit. De buurvrouw is een fantastisch mens. In afgelegen plaatsen als deze is een goede buur zeker weten beter dan een verre vriend.

Wordt vervolgd…

SLUIT MENU