MENU

Adam, Chava en heel vele anderen

E

Even voor de duidelijkheid: dit wordt geen lofzang over hoe een meisje uit de Zeeuwse klei loskwam, naar Amsterdam vertrok voor studie en daar ‘haar ware ik vond’. Zo is het niet gegaan. Ik woon dus in Amsterdam, met zo’n 838.837 anderen. Een deel daarvan is hier geboren, maar ook best een groot deel daarbuiten. Van buitenlandse origine of, zoals ik, van het platteland. Nou noem ik Vlissingen geen platteland, maar hier zien ze dat wel zo. Regel 1 voor Nieuwe Amsterdammers: afgeven op alles buiten Amsterdam. Door zelf af te geven op “Het Platteland” kunnen deze eerste-generatie-Amsterdammers goed verhullen dat ze zelf evenmin min ras-Amsterdammers zijn. Tja.

Hoewel ik wel in Amsterdam geboren ben, groeide ik op in Vlissingen. “Dat was vast even wennen in zo’n grote stad toen je er ging studeren zeker?” Ik antwoord weleens dat ik geen andere plaatsen ken dan Amsterdam en Vlissingen die zo’n sterke aantrekkingskracht hebben op een – op z’n zachtst gezegd – bont pluimage aan mensen. Je hoeft niet naar Iguana of Artis te gaan om je in een dierentuin te wanen, zeg maar. Ook voor mij sprak Amsterdam van kleins af aan al tot de verbeelding. Wat is dat dan, die verbeelding die Amsterdam zo aantrekkelijk maakt?

Een tv-serie die dit gevoel misschien een beetje kan uitleggen is A’dam-E.V.A. Héérlijk. Hoe verenig je de twee ogenschijnlijk onverenigbare eigenschappen anonimiteit en dorpsgevoel? Deze serie kan dat wat mij betreft als geen ander. Want met zijn meer dan 800.000 inwoners kan de stad toch aanvoelen als een dorp. Iedereen kent de mevrouw op leeftijd die immer scheldend op iedereen door de stad trekt, of de man in string crossend op zijn fiets, of die ene met dat blauwgeverfde gezicht. Je zou kunnen zeggen; alleen in Amsterdam kan dat, maar heeft elk dorp niet zijn gek?  Dit zijn de onze. Ik mis ze als ik ze een tijdje niet tegenkom en overleg dan met vrienden waar ze zouden kunnen zijn. Sociale controle bestaat nog beste mensen, ook hier! Het liet mij realiseren dat ik me de stad eigen had gemaakt, Amsterdammer was geworden.

Afijn, ik dwaal af. Adam en Eva dus. Amsterdam en vele anderen. Een serie waarin de levens van de Amsterdamse Eva van Amstel en de Zeeuw Adam naadloos worden verweven met die van talloze stadgenoten – nieuwbakken dan wel vastgeroest in de stad als Amsterdammertjes aan de klinkers in de verzakte straten. In totale miserie, op de toppen van hun kunnen en alles er tussenin. Je verwacht elk moment dat je zelf als figurant door de scène fietst! Maar bovenal: ze – of moet ik zeggen we – zijn allemaal met elkaar verbonden als kleine verhalen die samen een stad laten sidderen, mijmeren, kolken en vieren. Als ik dat zie dan weet ik precies waarom ik op Amsterdam viel.

Terug naar de connectie met Zeeland. Ik kan een boek schrijven over hoe fout ik de stereotypering van Adam en zijn Zeeuwse familie vindt (dat accént! Klinkt toch eerder Twents dan Zeeuws?!). Als je daar de humor van kan inzien – die we volgens de serie natuurlijk niet hebben als nuchtere Zeeuwen – is het bij vlagen zelfs herkenbaar. Bijvoorbeeld die keer dat Adam en jeugdvriend Timo herinneringen ophaalden aan hun middelbareschooltijd: “dat je dan met storm tegen naar Middelburg moest fietsen, je natte goed te drogen hing en eind van de middag, als de wind God-beter-het ook nog eens was gedraaid, in je nog steeds natte kleren weer terug naar huis kon ploeteren!” JA, DAT! Het allermooiste is echter toch dat A’dam-E.V.A. laat zien hoe Zeeuwen, immigranten, toeristen, dieren, daklozen en Russische oligarchen hun plekje vinden in deze chaotische stad. Hoofdstad van kleinburgerlijk Nederland, verwelkomend dorp voor alle gekken en niet-gekken.

SLUIT MENU