MENU

Appie en Eberhard

Z

Zondagavond kwart over acht. Met een buik vol spaghetti en witte wijn haast ik me, samen met twee vriendinnen, de deur uit. Het past maar net, want er moeten twee zitzakken, twee flessen wijn, een stokbrood en smeersels mee door het trap- en deurgat. Ik loop de hoek om, de straat over, de brede deur van Het Scheepvaartmuseum door en plof neer. Vanavond kijken we Zomergasten, met 500 anderen, op een groot scherm onder de sterrenhemel. Gratis, middenin de stad, de stad waarvan de burgermeester de Zomergast is. Een uitverkocht evenement voor een tv-programma dat je toch vooral gewend bent op de bank te kijken. Drie uur.. De criticaster in mij zegt: weer zo’n voorbeeld waarbij Amsterdam in de media op een voetstuk wordt gezet alsof het een afspiegeling van Nederland is. Enigszins sceptisch schenk ik alvast een glaasje wijn in.

De buurman heeft zijn campingstoel meegenomen, zo een die al vijftig campings zag (en drie generaties op zich duldde). Voor mij nestelen twee hipsters zich op een Lamzac, die ze eerst tien minuten al rennend over het mooie binnenplein van het museum met lucht proberen te vullen. Er zijn kaasjes, kleedjes, kussentjes en camera’s. Die laatsten helpen bepaald niet om deze hele ambiance natuurlijker te laten voelen, maar als de uitzending eenmaal begint, is die ambiance er. En hóe. Drie uur vliegen voorbij. Van der Laan is misschien geen charmante poëet, noch een hoog van de toren blazende activist, maar als interview-gast weet hij met zijn – naar het lijkt – weloverwogen keuzes menig aanwezige achter te laten met een brok in de keel. Het lijkt een film. Van serieuze, trage onderwerpen die je verwacht van een burgermeester, naar persoonlijke, verrassende en ontwapenende tegenhangers. De manier waarop hij praat over Amsterdam als ‘lieve stad’. Een bijvoeglijk naamwoord dat ik Amsterdam niet direct zou toedichten, maar als je het deze man ziet zeggen, op een scherm te midden van 500 mensen op kussentjes en kampeerstoeltjes, slik je het als zoete koek.

Toch is het niet grootstedelijke hoogmoed. Van der Laan geeft eerlijk toe dat hij de drukte in Amsterdam tijdens zijn ambtstermijn met ledenogen heeft zien toenemen. Ook verbetert hij Abbring als ze iets afdoet als Amsterdams, waar hij het als een Nederlands goed beschouwt. Als ‘verantwoordelijkheid is mijn bijnaam’ de zelfvoldaanste quote is die je kunt optekenen gedurende een interview van drie uur, is daar niets aan gelogen. Ook al heb je niets met Amsterdam, deze man met grijze huid, dito haar en rokerige stem: aimabel is hij. Is het niet vanwege zijn duidelijke voorliefde voor zijn vak en de mensen die hij beschermt én vertegenwoordigt, dan moet het wel zijn vanwege de ontdekking dat The Full Monty de burgervader net zo kan bekoren als het ons doet.

En dan de genadeslag. Met ‘Appie’, Abdelhak Nouri, een voor mij tot twee weken geleden volslagen onbekende naam, besluit Van der Laan zijn aflevering. Zowel hij, interviewer Janine Abbring als 500 mensen rond mij wordt het teveel. Er wordt vergeefs getracht de brokken in de kelen weg te slikken, waarna hier en daar tranen over wangen biggelen. Dit is een afscheid. Een afscheid dat, alhoewel groots uitgezonden en bovendien de best bekeken Zomergasten-aflevering sinds 2003, er een is van klasse en bescheidenheid. Van der Laan heeft uitgezaaide longkanker. ‘Ga maar even door’ zegt hij duidelijk aangedaan tegen Janine na een stilte. ‘Ga maar even door’, wil ik zeggen tegen meneer de burgermeester. Deze stad, maar misschien ook wel Nederland, is u nog lang niet beu.

SLUIT MENU