MENU

De onderbeet van Moos

I

Ik woon in een dorp. Een dorp aan de rand van het centrum van Amsterdam welteverstaan. We hebben er een supermarktje, een slager, een fietsenmaker, een bloemist en een viskraam. Heel overzichtelijk allemaal. Het is letterlijk een eiland – zoals we er wel meer hebben in zo’n stad vol water – maar het voelt als een unicum. Het is ons kent ons, zij het met een stadse inslag. Op de pof kopen gaat misschien niet meer, en af en toe hoor je van een schietpartijtje, maar verder is het er zeer gemoedelijk.

De slager die tot er tot voor kort zat, twee deuren naast de grootgrutter met het blauwe logo, had steevast 3 pakjes koffie op een even roodbruin plankje staan. Toen hij ziek werd, wat werd gemeld via een krijtbord achter de winkelruit waarop stond:  ‘Peter ligt in het ziekenhuis’, leefde iedereen mee. Een week later werd door de woningbouw onverbiddelijk een poster met ‘TE HUUR’ op het raam geplakt. Tot zover Peter. Gevreesd met grote vreze werd vervolgens toen een nieuwe slager met de naam The Cow Project werd aangekondigd. “Het zal toch niet zo’n hipsterslager worden zonder vlees, waar ze ons ‘kipstuckjes’ zonder kip proberen aan te smeren?” hoorde je in de wandelgangen. Niets bleek minder waar: je kunt er nog steeds terecht voor een onsje half-om-half. Wel hebben ze ondertussen broodjes steak and cheese geïntroduceerd, die gretig aftrek vinden bij de omliggende, zij het schaarse, kantoren en hun klerken.

De bloemist is overigens het échte epicentrum van Het Dorp. Als Rinus of zijn zoon het niet weet, dan kan het eigenlijk geen nieuws zijn. Als je aankomt, per fiets of te voet, wordt je even besnuffeld door Rinus’ lokaal zeer befaamde Engelse bull Moos. Moos’ onderbeet zorgt voor een aantal ontblote tanden die zich over zijn gerimpelde bovenlip klemmen, maar dankzij zijn slome wijdbeense loopje heeft hij toch een goedzakkerige uitstraling. Moos beslist of je goed volk bent of niet. Zijn territorium loopt van de bloemenkraam tot het stoepje voorbij de naastgelegen viskraam. Verder dan dat gaat hij pertinent niet. Op zijn ronde houdt Moos alles nauwlettend in de gaten, zonder een spier te vertrekken. Zijn baasje heeft trots een fotoboek over honden in fietsmanden op de toonbank liggen, open geslagen op de pagina waar Moos fier, met onderbeet en al, op schittert.

Waar voorheen dit eiland in drieën verdeeld was, met elk zijn eigen dwarse dokwerkersvolk, zijn deze nu verenigd als een soort oude-jongens-krentenbroodoase binnen de drukke, toeristische binnenstad met zijn fietsverhuurbedrijven en miljoenen-euro’s-appartementen. Waar eens de nozems op het tussenliggende bruggetje op de vuist gingen voor de eer van hun eiland, wordt nu gezamenlijk gezapig eendjes gevoerd. Het kan verkeren.

SLUIT MENU