Onvervalst Amsterdams
Koningsdag 2017
De dag die je vreesde dat zou komen, is weer daar. Met een paar honderdduizend mensen, in tinten oranje verlopend van verlopen tot verblindend, glibberend over de met plastic bierglazen gevulde grachten.
Het is een beetje koud, een beetje nat misschien, maar het mag de pret niet drukken, want de koning is jarig. Toch? Of was het z’n moeder? Oma? Waarom is het nou de 27e? Nou goed, feest zal het zijn. Waar is het sowieso het allerleukst? Oh, uitverkocht. Ach, het was toch veel te duur. Op naar de Jordaan, daar waar ze nog ouderwets aan gezelligheid doen. De Blaffende Vis zeg je? Haha! Als dat geen naam is voor een gek dagje Amsterdam.. Hmm, toch wel duur zo’n hele dag bier en vette happen. Op naar de supermarkt. Het bier daar is lauw, en bovendien op. M’n voeten doen pijn. Hoe laat is het eigenlijk?
Of gaan we toch het Vondelpark? Is toch goud, al die kindertjes die zo lieflijk het uitgekookte plan van vader of moeder uitvoeren: politiek risqué of niet, maar op de Vrijmarkt mag alles, dus zéker een taart van 10 euro in het gezicht van Jesse Klaver kwakken. Beetje mikken, tong uit de mond, há, mis. Gemoedelijk staat Klavers torso van papier maché naast dat van Geert, geduldig wachtend op de volgende 5-jarige die een slagroomtaart boven zijn schouders heft, bibberend onder het gewicht. Verderop kijkt een zichtbaar teute toerist met een oranje bril fronsend toe hoe een 11-jarige de sterren van de hemel krast op haar mini-viool, zij het overstemd door het gedreun op een drumstel iets verderop.
Wat let je, het is feest. Morgen hebben we ook vrij, dus laten we er vandaag nog een nemen. Op het goede leven, op Saartje d’r muzikaal talent, of wat er vandaag voor doorgaat. De buren mogen morgen pas weer zeuren over het geluid, wanneer de straten zich weer opruimen en we gewoon een grijs shirt aandoen. Oranje is leuk, maar wel alleen op 29 april. Ik bedoel 28.. 27 dus.