MENU
D

Die met dat piekerige haar heet Margaret. De pluizige krullenbol Monique. “Alright lads and lasses, this is your tube pub quiz, brought to you by two birds drunk off boxed Spanish wine”. Het is zaterdagavond en ik zit dronken – maar dan van de slaap – in de metro. Margie en Mo hebben er zin in: een weekendje Amsterdam, weg van hun eigen toeristische banen in het centrum van Londen.

“C’mon sweetie, name me five Elton John hit songs now!” Ik probeer mijn grootstedelijke norse houding nog even vol te houden door strak naar buiten te staren, maar geef toe als de van oorsprong Ierse Mo ‘Molly Malone” inzet. Ondertussen raak ik aan de praat met Margaret. Als Peaky Blinders een vijftiende seizoen zou halen en zich in de twintigste eeuw afspeelt, zou Margie de hoofdrol spelen. ’t Is een struise, dat zie je meteen. “D’you know hon, me and Mo here do these quizzes back home in London every Saturday night on the tube. Boxed Spanish wine beforehand, handful of ‘I love London’ pins, and we’re good to go. Love it. Always have done.” Deze vrouw intrigeert me. Schijt aan de wereld, maar dan tegelijk vol liefde.

Ze vertelt meteen honderduit over hoe ze Mo leerde kennen, elkaar eerst haatten alvorens ze concludeerden dat dit was omdat ze zo op elkaar lijken en ze daarom maar samen een toeristentoko moesten gaan runnen. Zo eenvoudig kan het zijn. ’Twenty years’ve passed and there isn’t a day I have to drag meself to work!’ Ik vraag haar wat ik dan mis doe, met m’n twenty-something-leven en toch regelmatig dat sleur-me-alsjeblieft-aan-m’n-haren-de-deur-uit-moment in de ochtend. Margie kijkt me plotseling bloedserieus aan. Dat ik eens even goed moet luisteren. Als je het nu niet leuk vindt wat je doet, dan ga je dat ook nooit doen, dan wen je er enkel aan. Ik antwoord maar dat ze me doet denken aan mijn moeder. Niet alleen vanwege de ongevraagde wijze raad, maar des te meer vanwege de manier op hoe Margie momenteel met rode wangen uit volle borst het volgende nummer inzet – al kan ik me niet zo goed herinneren dat mijn moeder pubquizen in een metro organiseerde. Bah, ik mis m’n moeder. Margie ziet, Margie begrijpt, ‘Margie doesn’t ask questions’, is haar enige antwoord.

Dan pakt ze me bij m’n schouders, vist een button uit haar borstzakje, blaast er wat shag af, en steekt ‘m in een mum van tijd in de boord van mijn jasje. Zit ik dan, middenin een Amsterdamse metro, liedjes van The Dubliners te zingen met een ‘I love London’-button opgespeld. Even denk ik aan mijn moeder. Aan hoe ze in deze setting zo hard zou moeten lachen, dat haar contactlens vast weer eens spontaan uit d’r oog zou tranen, we de verkeerde halte zouden uitstappen en vervolgens ‘she wheeled her wheelbarrow, through streets broad and narrow, crying cockles and mussels alive alive oh’ zingen. Zeeland is nooit ver weg.

SLUIT MENU