Polderkind
Vroem vroem
Eén van die dingen die op het platteland onvermijdelijk is, is het halen van je rijbewijs zodra je de magische leeftijd van 18 jaar bereikt (of 17 tegenwoordig?). Een leven die afhangt van je fiets, scooter of, nog erger, het openbaar vervoer, is gewoon niet te doen.
Toen ik voor het eerst in de auto stapte wist ik meteen dat dit iets zou worden waar ik nooit in zou slagen. Maar, tig rijlessen later is het me toch gelukt. In een keer zelfs.
Ik ging voor het eerst naar Rotterdam met de auto en zei tegen m’n vrienden daar “Wauw, zo bizar, voor het eerst de snelweg op!”. Tijdens de rijlessen heb ik één lesje op een 100km weg gereden, dat is niet echt hardcore invoegen en gas geven natuurlijk. Hun monden vielen meteen open.
Stadse drukte en snelwegen heb ik nooit gehad bij mijn rijlessen, maar daarentegen weten zij niet wat polderblindheid is of hoe het is om tijdens de bietencampagne door de polder te crossen (namelijk onmogelijk).
Inmiddels draai ik m’n hand er niet meer voor om en is autorijden een tweede natuur geworden. Het openbaar vervoer zie ik dus eigenlijk nooit meer.
Tot donderdag twee weken geleden.
Ik besloot met de bus naar Goes te gaan. Koopavond. Ik zoek een nieuwe spijkerbroek en schoenen. De bus doet er anderhalf uur over om in Goes te komen, met de auto is dit ongeveer een uurtje. Soit, opgeladen telefoon mee en oordopjes en dat half uur weten we ook wel weer goed te maken. Ik wacht op de bus bij een halte die vlakbij een middelbare school is en blijkbaar is die net uit want er staan nog tien pubers naast me te wachten. De bus is op tijd (ook zo’n significant verschil met de Randstad) en we stappen allemaal in. De buschauffeur is leuk. En easy on the eyes. Maar volgens mij ben ik de enige die het ziet want de roedel met pubers is te druk bezig met de stoelverdeling.
“Lisa we gaan hier voorin!”
“Nee dat is stom, we gaan achterin”
“Bij de boys? Dat is viesss!!”
Dit ging nog zo’n drie minuten door en ineens voel ik me heel oud.
De bus gaat langs een tal van Zeeuwse pittoreske dorpjes en ook langs een school waar mama’s staan te wachten. Ineens voel ik me heel jong.
Ondertussen zie ik dat de buschauffeur een manicure met z’n tanden aan het uitvoeren is. Beetje jammer. Maar hij kijkt vaak genoeg met z’n puppy-ogen in de achteruitkijkspiegel om het hem te vergeven.
Ik luister naar m’n standaard afspeellijst op Spotify met onder andere Justin Bieber. Die is tegenwoordig voor de pubers heel erg passé is, voor mijn generatie best hip en voor de mama’s aan het schoolplein een soort natte droom.
De pubers zijn inmiddels allemaal uitgestapt en ik ben bijna in Goes. Ik sterf van de kou want de klimaatbeheersing in de bus is nou niet bepaald ideaal en moet vervolgens ook nog ’s met een stormachtige tegenwind (ja, het was die donderdag) de stad in.
Tijdens zo’n busrit kan je heerlijk aan alles en niks denken. Waar ik aan dacht? Dat ik de volgende keer toch met de auto ga.
De spijkerbroek en schoenen heb ik overigens niet gevonden.
Tijd voor een lijstje!
Kledingstukken die ik nooit zal begrijpen (maar wel in Goes zag)
- Spijkerbroeken met gaten
- Crop tops
- Bolero’s (is dat niet heel erg 2007?!)
- Streepjesshirts waarvan de strepen dan niet mooi aansluiten/doorlopem op het deel dat aangenaaid is bij de mouw
- De sneaker sleehak